Verzet tegen algemeen Europees verkoopcontract groeit

  • 28 augustus 2013
  • Leestijd: 2 min
  • Combell

CESLZowel consumentenorganisaties als e-commerce verenigingen vrezen dat een overkoepelend Europees contract in botsing zou komen met de plaatselijke wetgeving, en voor onduidelijkheid zou zorgen.

De Europese Commissie heeft een nieuw voorstel gedaan in haar streven om één enkele online markt binnen Europa te creëren, de Digital Single Market, en om grensoverschrijdende transacties te vereenvoudigen voor zowel gebruikers als KMO's. Het gaat om de Common European Sales Law (CESL), die een verkoopcontract wil invoeren dat in alle Europese landen geldt.

Een mooi voornemen, ware het niet dat zowel consumentenverenigingen als handelsverenigingen zich gekant hebben tegen het voorstel. BEUC (Bureau Européen des Consommateurs), dat 40 nationale gebruikersverenigingen uit heel Europa vertegenwoordigt, en Ecommerce Europe, dat meer dan 4.000 bedrijven vertegenwoordigt die online producten en diensten verkopen aan gebruikers uit heel Europa, vrezen namelijk dat de CESL parallel zal bestaan naast de eigen nationale wetgeving. Gebruikers en handelaars zouden daardoor  geconfronteerd worden met elkaar tegensprekende regels.

Concreet zou bijvoorbeeld een gebruiker moeten weten wat de bepalingen zijn in eigen land, wat die van CESL zijn, en dan bij elke transactie beslissen wat de beste basis is om iets aan te kopen. Hetzelfde zou gelden voor de handelaars. Een tussenoplossing van de rapporteur van het Legal Affairs Committee van het Europees Parlement, om de toepassing van het voorgestelde CESL te beperken tot online transacties, zou alleen maar de verwarring vergroten, zo wordt gevreesd. Naast een eventuele tegenstrijdigheid tussen plaatselijke en EU wetgeving, zou er immers nog eens een extra onderscheid gemaakt worden tussen online en offline (grensoverschrijdende) contracten.

Daarom hebben BEUC en Ecommerce Europe samen een brief gericht aan de Europese Commissie, waarin zij hun twijfel uitdrukken over CESL. Daarin wordt het argument aangehaald dat 90% van de bedrijven een grensoverschrijdende verkoop niet afketst omwille van de nationale wetten in een ander land. "De échte hindernissen zijn van praktische aard - gebruikers aarzelen omwille van twijfel over de levering (49%), angst voor fraude (62%), mogelijkheid tot verhaal (59%). CESL kan geen enkele van die twijfels wegnemen".

De Digitale Eengemaakte Markt zou meer baat hebben bij maatregelen die een aantal andere barrières uit de weg ruimen, zoals verschillen in belastingtarieven, de administratieve horden die kleine bedrijven de toegang tot de nationale markten bemoeilijken, een zwakke breedbandpenetratie, territoriale beperkingen van de wetten op het intellectueel eigendom, een gebrek aan effectieve verhaalprocedures voor gebruikers, en problemen bij het gebruik van e-payment systemen.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.